DEN OEVER – Hij is opgegroeid met zijn beroep en vindt het prachtig: garnalenvissen.
Op zijn achttiende werd hij zakelijk partner van zijn vader. Nu, 25 jaar oud, vist Jelle van der Burg met twee werknemers op garnalen. Vader Rein springt soms in, maar houdt zich met name bezig met het boeten van netten. In deze KustNU Jelle over leven op zee, ongeschreven regels en schaarse tijd voor hobby’s. Het verhaal over een tevreden twintiger in een branche die onder druk staat. ‘Dit is het mooiste beroep dat er is.’
Jelle en zijn mannen hebben de beschikking over een gloednieuwe garnalenkotter, de WR212 ofwel ‘Rein Willem’. Het schip is nog geen jaar oud en gemaakt bij de lokale scheepswerf Luyt. ‘Dit is het nieuwste van het nieuwste’, zegt Jelle trots. ‘Ik ben 25 en heb gewoon een nieuwe kotter. Dat is uniek!’
Prachtig mooi
Jelle is derde generatie visser in Wieringen. Zijn opa was visser, zijn vader koos ook voor het beroep. Jelles broer focuste zich in eerste instantie op een tenniscarrière, maar redde het niet tot het selecte gezelschap proftennissers te gaan behoren. Hij is zelfstandig garnalenvisser.
Jelle: ‘Ik was vier jaar toen ik voor het eerst met mijn vader mee mocht de zee op. Dat vond ik meteen prachtig mooi. Ik ging alle vakanties mee garnalenvissen. Iedere dag. Ik vind het nog steeds even mooi als de eerste dag. Je bent vrij. Je hebt met niemand iets te maken. Met z’n drieën ben je op jezelf. Je staat niet in de file, er is geen drukte, alleen maar zee. En het is ook een beetje de sport om de beste plekken te vinden en een goede vangst binnen te halen. Ik vis niet voor het geld, maar wil wel het meeste vangen. Dat maakt vissen leuk. Als we maar gewoon te eten hebben en iedereen is blij, dan vind ik het best.’
24 uur per dag door
Garnalenvissers zijn jaarrond in touw. ‘Normaal varen we op zondagavond uit en komen we op vrijdagochtend terug. In het weekend mogen we niet vissen, daarom gaan we zondagavond om middernacht de haven uit en gooien we even later de netten overboord. Dan doen we een sleep van anderhalf uur en kijken we wat er in de netten zit. Vervolgens zoeken we een ander plekje. Zo crossen we het Wad over.’ Op zee wisselen de bemanningsleden elkaar elke twee uur af. Eén verwerkt de garnalen, de tweede staat op de brug en de derde gaat slapen. De vissermannen weten allemaal dat het zo werkt en iedereen past zich aan dat schema aan. ‘We gaan 24 uur per dag door’, zegt Jelle. ‘We proberen wel samen te eten, maar dat red je niet altijd. Zomers heb je op het Wad veel zeewier, waardoor de netten verstopt raken. Dan zijn we druk met het verwijderen van het wier. We eten zo ongeveer hetzelfde als thuis hoor, aardappels, groenten en vlees of vis.’
‘Ja, als ervaren vissers weten we de plekjes wel’, vervolgt hij. ‘In de zomer zitten de garnalen op tien tot twintig meter diepte. In de winter op 25 tot dertig meter, dan is het meer zoeken. Garnalen zwemmen het liefst in warm water, dus in ondiep water dichtbij de kust, dat op temperatuur is gebracht door de zon. Als de winter is aangebroken, duikt de garnaal dieper het water in, waar het nog niet heel erg is afgekoeld. Zomers vissen we vooral langs de Nederlandse kust en op de Waddenzee. In de winter zoeken we het ook wel eens verder, richting Duitsland en Denemarken.’
Ups en downs
Op dit moment –het is maart, red.- is Jelle beperkt in het vangen van garnalen. ‘We hebben een urenregeling. De vrieshuizen zitten namelijk vol’, legt hij uit. ‘We mogen maximaal 48 uur vissen en maximaal 2.500 kilo vangen. Vorig jaar hebben garnalenkotters extreem veel gevangen. Er waren plenty garnalen! Wijzelf hebben zo’n zestienduizend kilo per week binnengehaald. Dat heb ik nooit eerder meegemaakt. Normaal vangen we tussen de drie- en zesduizend kilo. Dat is al hartstikke goed. Als oorzaken worden het warme weer en het ontbreken van natuurlijke vijanden zoals de wijting genoemd. Natuurlijk houden wij ons netjes aan de urenregeling. Garnalenvissen gaat nu eenmaal met ups en downs. Als je er vroeg instapt, heb je de kans om een goed bedrijf op te bouwen. Daarom ben ik al op mijn achttiende zakelijk partner van mijn vader geworden.’
Laconiek
‘Natuurlijk komt het voor dat twee kotters tegelijkertijd op een plek willen vissen. Er zijn zoveel schepen, je moet ook delen. Wat mijn betreft is het leven en laten leven. Iedereen wil die garnalen vangen. Je komt wel eens een collega tegen die een stunt uithaalt en zijn netten precies voor jouw kotter laat zakken. Ja, ik blijf er laconiek onder. Dat maak je ook mee. Het lijkt de laatste tijd wel beter te gaan. Het is zelfs een keer gebeurd dat een collega op een heel klein plekje megaveel garnalen ving. Wij waren er vlakbij en vingen niets. Toen heeft hij ons de helft van zijn vangst gegeven. Dat is natuurlijk hartstikke aardig.’
Vissen
Als Jelle niet op zijn bijna 24 meter lange en ruim zes meter brede kotter werkt, is hij in Den Oever, waar hij samen met zijn vriendin net twee weken eerder een huis heeft betrokken. ‘Zij komt ook een vissersfamilie’, lacht Jelle. ‘Ja, op onszelf wonen bevalt super hoor’. Tijdens zijn spaarzame vrije tijd doet hij rustig aan. ‘Ik vind hengelen wel leuk’, grijnst hij. ‘Het is eigenlijk mijn enige hobby, lekker aan de waterkant gaan zitten en een hengeltje uitgooien. Ik drink ook wel eens een biertje met de jongens in het dorp of leg een biljartje. Maar verder is het vissen, vissen, vissen.’
Kitesurfer gered
De Rein Willem heeft begin dit jaar als reddingboot gefungeerd. Voor de kust van Petten wist de bemanning een kitesurfer uit zee te halen. Jelle: ‘Ik zag in de verte iets dat op een container leek. Toen we dichterbij kwamen zag ik dat het een vlieger was. Op dat moment kregen we een bericht van de kustwacht: of we wilden uitkijken naar een surfer op een plank. Het bleek dat de man achter de vlieger lag. We hebben hem meteen aan boord gehaald. Hij was uitgeput en vertelde dat het hem niet meer was gelukt aan wal te komen. Hij was hartstikke blij. Binnen vijf minuten was de reddingmaatschappij er. Die mannen hebben hem meegenomen naar de wal. Dat was wel een belevenis ja.’
Toekomst visserij
‘Wij hebben niet zoveel te klagen’, vindt Jelle als het over de toekomstige regelgeving gaat, waarbij er een verbod komt op pulsvisserij. ‘Wij hebben ook dingen beleefd, maar nu is het gelukkig rustig. Wat er op dit moment gaande is, is natuurlijk triest voor de eigenaars van al die grote kotters. Pulsvissen is gewoon te effectief, de vangst is veel te goed en daarmee overspoel je de markt. Als de pulsvisserij echt wordt verboden en de vissers terug moeten naar de ketting, kunnen ze wel stoppen. Dan ben je het dubbele aan kosten kwijt.’
Wieringer Garnalenkroketten
Onder de naam Wieringer Garnalenkroketten verwerkt Jelles moeder de garnalenvangst van haar zoon in heerlijke producten: Wieringer garnalenkroketten en bitterballen, Belgische garnalenkroketten en bitterballen, rivierkreeftkroketten en bitterballen en Wieringer kaaskroketten. Jelle: ‘Een jaar of vijftien geleden had ik een spreekbeurt op school. Mijn moeder had me zelfgemaakte kroketten meegegeven voor in de klas. ‘Dan krijg je vast een goed cijfer’, had ze gezegd, ha ha… Nou, iedereen vond het heerlijk. Daarna heeft ze de kroketten nog een paar keer hier en daar uitgedeeld. Toen ook anderen heel enthousiast reageerden zei ze: ‘Nu ga ik echt beginnen’. Inmiddels is het een heel bedrijf geworden. Ja, tof natuurlijk dat onze garnalen in haar producten worden gebruikt.’
www.wieringergarnalenkroket.nl